7e zondag van Pasen – Jaar C

Eerste lezing Hand., 7, 55-60

Ik zie de Mensenzoon staande aan Gods rechterhand.

Uit de Handelingen der Apostelen

In die dagen staarde Stefanus,
vervuld van de heilige Geest,
naar de hemel en zag Gods heerlijkheid
en Jezus staande aan Gods rechterhand;
en hij riep uit:
„Ik zie de hemel open
en de Mensenzoon staande aan Gods rechterhand.”
Maar zij begonnen luidkeels te schreeuwen,
stopten hun oren toe
en stormden als één man op hem af.
Zij sleepten hem buiten de poort en stenigden hem.
De getuigen legden hun mantels neer
aan de voeten van een jongeman die Paulus heette.
Terwijl zij Stefanus stenigden
bad hij:
„Heer Jezus, ontvang mijn geest.”
Toen viel hij op zijn knieën
en riep met luide stem:
„Heer, reken hun deze zonde niet aan.”
Na deze woorden ontsliep hij.

Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.

Tweede lezing Apok.,22, 12-14. 16-17.20

Kom, Heer Jezus.

Uit de Openbaring van de heilige apostel Johannes

Ik, Johannes hoorde een stem, die tot mij sprak:
„Zie, Ik kom spoedig,
en mijn loon breng Ik mee
om ieder te vergelden naar zijn werk.
„Ik ben de Alfa en de Omega,
de Eerste en de Laatste,
de Oorsprong en het Einde.
„Zalig zij die hun kleren rein wassen.
„Zij zullen recht krijgen op de boom des levens
en door de poorten mogen ingaan in de Stad.
„Ik, Jezus, heb mijn engel gezonden
om u deze openbaringen aangaande de kerken
bekend te maken.
„Ik ben de Wortel uit het geslacht van David,
de stralende Morgenster.”
De Geest en de Bruid zeggen:
„Kom !”
Laat wie het hoort zeggen: „Kom !”
Wie dorst heeft kome.
Wie wil, neme het water des levens, om niet.
Hij die dit alles waarborgt, spreekt:
„Ja, Ik kom spoedig.”
Amen.
Kom, Heer Jezus !

Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.